Voor het meten van de glucosewaarden wordt steeds vaker de glucosesensor gebruikt. Het is een goed alternatief voor de vingerprikmethode voor alle typen diabetes. Maar niet iedereen komt in aanmerking voor vergoeding.
Bij diabetes type 1, LADA, MODY, 3c, zwangerschapsdiabetes en sommige andere typen diabetes is het meerdere keren per dag meten van je glucosewaarden noodzakelijk. Je moet elk moment van de dag je bloedglucosewaardes managen en op (potentieel) gevaarlijk hoge en lage waardes reageren.
Ja dat kan. Bij diabetes type 2 is een periodieke meting meestal voldoende. De vingerprikmethode is hiervoor goed te gebruiken. Maar bij diabetes type 1 moet je zo vaak in je vingers prikken dat de glucosesensor sinds een aantal jaren een geweldig alternatief is.
Als je meerdere keren per dag insuline moet gebruiken, dan moet je dus meerdere keren per dag weten wat je glucosewaardes zijn. De glucosensor meet de hele tijd je glucosewaardes, zonder dat je daar elke keer voor in je vinger hoeft te prikken. Er zijn verschillende sensoren en ook verschillende voorwaarden om voor vergoeding ervan in aanmerking te komen. Hieronder staat dat uitgebreid uitgelegd.
De glucosesensor heeft ook bij mensen met diabetes type 2 enorm veel voordelen opgeleverd. De sensor geeft veel meer inzicht in de invloed van leefstijl op de glucosewaarden. De glucosensor wordt bij type 2 helaas bijna nooit vergoed. Bekijk meer hierover op Geen insuline, wel een sensor en Diabetes type 2 en glucosesensoren.
Er zijn twee soorten glucosemonitoring: Continue Glucose Monitoring (CGM of rtCGM) en Flash Glucose Monitoring (FGM).
Meestal bestaat Continue Glucose Monitoring (vaak rtCGM of afgekort CGM genoemd) uit een glucosesensor, een zender en een ontvanger. De sensor meet je glucose in het onderhuidse weefselvocht. De zender stuurt deze metingen door naar de ontvanger. Die ontvanger is bijvoorbeeld een insulinepomp, een reader of een telefoon. Daarop zie je je actuele glucosewaarde, trendpijlen en een grafiek. Ook kun je alarmen instellen.
Sommige CGM-systemen kun je verbinden met een insulinepomp via een algoritme (een soort computer programma). Dat noemen we een (Hybrid) Closed Loop Systeem (HCL). Doordat de glucosesensor en de insulinepomp met elkaar verbonden zijn kan dit HCL-systeem zelfstandig een deel van het bloedglucosemanagement overnemen.
Bij Flash Glucose Monitoring (FGM) zoals met bijvoorbeeld de FreeStyle Libre 2 (FSL2) gebruik je ook een sensor. Je glucosewaarde zie je door te ‘Flashen’. Flashen doe je met een reader of met een app op je mobiele telefoon en het betekent dat je deze langs de sensor beweegt. De FreeStyle Libre 2 slaat de waarden van 8 uur op die je terugziet in een grafiek. Bij Flash Glucose Monitoring kun je ook alarmen instellen.
Meten ter controle blijft verstandig
als je een waarde niet vertrouwtDavid, 44 jaar
Hoe vaak je ook meet met je ‘gewone’ bloedglucosemeter, je mist altijd bepaalde informatie. Want als je een mooie waarde meet, ben je dan niet net op weg naar een hypo? Of ben je juist aan het stijgen? Met een rtCGM of geregeld flashen met de FGM krijg je die informatie wel en kan je het over langere tijd terug analyseren.
Daarnaast betekent het dat je minder of geen vingerprikmeting hoeft te doen. En ouders van kinderen met diabetes kunnen op afstand de glucosewaarden van hun kind volgen.
Je hebt in Nederland verschillende opties om uit te kiezen. Alle sensoren hebben hun eigen voor- en nadelen. Lees meer over de sensoren die in Nederland verkrijgbaar zijn.
Bloedglucosemeters zitten in de basisverzekering voor iedereen die insuline gebruikt. Sensoren worden vanuit de basisverzekering vergoed aan specifieke groepen of onder specifieke voorwaarden:
In Nederland wordt een rtCGM-systeem vergoed als je in een van de onderstaande groepen valt:
Een Flash glucose monitor (FGM) kan vergoed worden als de verzekerde binnen een van de onderstaande groepen valt:
Voluit leven met diabetes. Dat is waar Diabetesvereniging Nederland voor staat. Samen zetten we ons in voor goede zorg en een beter leven voor alle mensen met diabetes.